Mensen die een wilsverklaring willen opstellen kunnen baat hebben bij een goed gesprek met de huisarts.
Dat blijkt uit een onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland onder ruim 8000 mensen dat medio dit jaar gepubliceerd is.
In de geneeskunde kunnen we steeds beter ziektes genezen. Maar deze verbeterde mogelijkheden hebben ook een keerzijde. Want soms is een behandeling wel levensverlengend, maar levert de patiënt flink in aan zelfstandigheid. In dat geval kan een behandeling soms meer kwaad dan goed doen. Je kunt je afvragen: wanneer is medisch ingrijpen niet meer zinvol en is andere zorg passender? Staan arts en patiënt stil bij de kwaliteit van leven die overblijft na een behandeling? Gaat het gesprek ook over de vraag of de patiënt zo’n behandeling eigenlijk nog wel wil en of het nog realistisch is? En wordt er gesproken over wat de patiënt werkelijk belangrijk vindt en met welke zorg dit het best te bereiken is?
Op tijd bespreken
Het zijn onderwerpen die hulpverleners op tijd moeten bespreken met patiënten die door een ziekte of een kwetsbare situatie de dood in zicht hebben. ‘Want zorg is alleen passend als deze aansluit bij de wens van de patiënt,’ aldus geriater van het AMC Amsterdam, Hanna Willems. ‘Dit betekent dat patiënten een eigen afweging moeten kunnen maken of zij een medische behandeling nog wensen of ervan afzien en een andere weg kiezen.’ Het opstellen van een wilsverklaring kan daarbij helpen. In een dergelijke verklaring kunnen mensen zaken vastleggen over wat ze wel en niet meer medisch willen in een bepaalde situatie. Het gaat bijvoorbeeld om een behandelverbod of over het wel of niet reanimeren. Maar ook over wie namens hen beslissingen neemt als ze het zelf niet meer kunnen.De huisarts kan daarbij een belangrijke rol spelen, blijkt uit het onderzoek van de Patiëntenfederatie Nederland. Van de mensen met een wilsverklaring heeft iets meer dan de helft vooraf een gesprek met de huisarts gehad. Daarvan zegt ruim de helft dat het gesprek heeft geholpen bij het formuleren van de wensen. ‘De huisarts heeft mij op zaken gewezen waar ik zelf in eerste instantie geen rekening mee had gehouden,’ aldus een deelnemer aan het onderzoek. Een ander zegt: ‘Zelf heb ik duidelijk kunnen zeggen wat ik wel en niet wil. De huisarts heeft uitgelegd wat wel of niet kan”.